De Raad van State heeft op 20 december 2017 uitspraak gedaan in de zaak van het schieten van meer dan 2500 Damherten in de Amsterdamse Waterleiding duinen. De Faunabescherming had hoger beroep aangetekend omdat naar haar mening de provincies Noord- en Zuid-Holland onjuiste argumenten hebben gebruikt om het schieten van deze beschermde diersoort mogelijk te maken.

Damherten
Afschieten van meer dan 2500 Damherten in AWduinen toegestaan | Foto: ©Vildaphoto Yves Adams

Natuurwaarden
In het gebied hebben tientallen jaren lang intensieve werkzaamheden plaats gevonden, waardoor de natuurwaarden sterk achteruit zijn gegaan. De achteruitgang van met name insecten en bloeiende planten wordt door de provincies echter geheel toegeschreven aan de begrazing door Damherten. Daarbij wordt het gebied vergeleken met het noordelijker gelegen duingebied, waar veel minder herten zijn, maar dat een totaal andere beheergeschiedenis heeft. De vergelijking gaat daarom niet op. Bovendien is er in de rapporten niet of nauwelijks aandacht voor de soorten die het in de AWduinen juist béter doen dan waar dan ook in Nederland. Natuurlijk hebben de herten invloed op de vegetatie, maar dat kwalificeren als “belangrijke schade” is een persoonlijk oordeel , niet gebaseerd op respect voor onafhankelijke natuurwaarden.

Schade buiten het gebied en verkeersveiligheid
De Raad van State is ook van oordeel, dat de Damherten geschoten mogen worden om belangrijke schade buiten het gebied te voorkomen en om de verkeersveiligheid te garanderen. Dat is een gevolg van de complicatie, dat er één ontheffing is verleend voor in feite twee geheel verschillend beheerde gebieden. De AWduinen zijn behalve aan de zeezijde, geheel omgeven door een hertenkerend raster. Herten die in dat gebied leven zorgen sinds de voltooiing van dat raster daarom nooit meer voor schade buiten de duinen en vormen ook geen gevaar meer voor het verkeer.

NPZK
Toch is het nu toegestaan de overgrote meerderheid van de herten om juist deze redenen in de AWduinen te schieten. In het aansluitende Nationaal Park Zuid-Kennemerland wordt dit beleid al vele jaren gevolgd. Als gevolg daarvan leven er daar ongeveer 200 Damherten. Dat is ook de streefstand. Om dit gebied staat géén hertenkerend raster en het zijn dan ook juist deze herten die af en toe schade buiten het gebied kunnen aanrichten en die een gevaar kunnen vormen voor het verkeer. Het is navrant te moeten constateren dat onwenselijke situaties zich uitsluitend voordoen bij het gebied dat nu al volgens de wensen van de provincies wordt beheerd.

Natura 2000 gebied?
Bijkomend nadeel zal ongetwijfeld zijn, dat er na het terugbrengen van het aantal Damherten er – weer – koeien en schapen in het gebied zullen worden uitgezet. Dat is niet alleen volstrekt onnatuurlijk, de impact op de begroeiing van deze dieren is ook vele malen groter.

Een uniek Natura 2000-gebied is hiermee officieel gedegradeerd tot een grote tuin, waarin de beheerder een vrijbrief heeft om de natuur naar eigen wens te manipuleren met een jaarlijks terugkerend ritueel waarbij honderden gezonde dieren sneuvelen.

Persbericht Faunabescherming