Laatst had mijn dierbare huisgenoot Teun een confrontatie met een rode kater die in de buurt rondloopt. Teun is een flinke kater maar bepaald geen held, hij vindt alles eng en is snel van slag. Dat heeft te maken met zijn verleden voor hij bij mij in huis kwam. En dat zal ook nooit meer veranderen. Hij had zich door die rooie behoorlijk op zijn kop laten zitten. Hij had een lelijke kras op zijn neus. Dan vind ik hem zo zielig, ik zou hem dan het liefst flink willen knuffelen, maar daar houdt hij niet van. 

De ene kat is de andere niet
Teun | Foto: Marja Zuidgeest

Cyperse katten als Teun worden ook gebruikt als proefdier. Dat zijn er niet veel, 509 per jaar. Maar natuurlijk toch 509 te veel. Eind 19e eeuw ging de wetenschap dierproeven meer systematisch inzetten als methode. Toen werden er waarschijnlijk veel meer katten gebruikt. Katten en honden vond men toen geschikter omdat ze al tam waren. Daar deed men toen nog niet moeilijk over. De ideeën over wat “geschikte” proefdieren zijn, zijn veranderd in de loop der tijd. Anno 2015 zijn vooral muizen de klos.

De wetenschap heeft zich enorm ontwikkeld. De instrumenten die begin vorige eeuw het summum van innovatie waren staan nu als curiosum in het wetenschapsmuseum. Wanneer gaan we de dierproef daaraan toevoegen?

©PiepVandaag.nl Marja Zuidgeest, Directeur Proefdiervrij