De handel tussen Myanmar en China in lichaamsdelen van tijgers en andere wilde katten zoals nevelpanters is de afgelopen jaren gegroeid. In Thailand is de handel juist gedaald. Dat blijkt uit een nieuwe studie van TRAFFIC, een partnerorganisatie van het Wereld Natuur Fonds (WNF).

illegale handel
Tijgerwelpje | Foto: Wikimedia Commons

Onderzoeksbureau TRAFFIC heeft de beschikbare gegevens van de afgelopen 20 jaar van twee grenssteden onder de loep genomen. In Tachilek, op de grens van Myanmar en Thailand, is het aantal winkels met lichaamsdelen van wilde katten gedaald van 35 in 2000 tot zes in 2013. Echter in Mong La, op de grens van Myanmar met China, zijn dit soort winkels meer dan verdrievoudigd. Van zes in 2006 tot 21 in 2014. In Mong La komen vooral klanten uit China.

Zeker 482 nevelpanters gedood
Uit het onderzoek blijkt dat vooral schedels, klauwen, hoektanden en huiden te koop worden aangeboden. In totaal gaat het om 2.000 stuks, waarvan het merendeel huiden. Nevelpanters (Neofelis nebulosa) worden het meest verhandeld; het gaat om zeker 482 individuele dieren. De nevelpanter is de ‘kleinste van de grote katten’ en dankt zijn naam aan zijn prachtige, op wolken lijkende vlekken op de vacht. Hij heeft in verhouding erg lange hoektanden.

Betere handhaving
De auteurs van het rapport vermoeden dat de daling van de handel in Thailand ondermeer het gevolg is van betere handhaving. De stijging aan de Chinese kant wordt veroorzaakt door een grotere vraag van de rijker wordende middenklasse in China en ook door een gebrek aan controle. Het rapport Trade in tigers and other wild cats in Mong La and Tachilek, Myanmar – A tale of two border towns verschijnt begin volgend jaar in het wetenschappelijke tijdschrift Biological Conservation.

Zero poaching in Nepal
In februari 2015 organiseert de overheid van Nepal, dat in het noorden aan China grenst, een topoverleg over de aanpak van stroperij en illegale handel in bedreigde soorten in Azië. Tegen de trend in vierde Nepal eerder dit jaar 365 dagen ‘zero poaching’ van tijgers, Indische neushoorns en olifanten. In 2011 werden in Nepal ook geen bedreigde soorten gestroopt en in 2012 één neushoorn. Het WNF werkt al jaren nauw samen met de Nepalese overheid om bedreigde soorten te beschermen.

Verdubbeling
Behalve de afname van leefgebied is stroperij de grootste bedreiging voor katachtigen zoals tijgers. Op de Tijgertop van 2010 in het Russische St. Petersburg hebben alle ’tijgerlanden’, mede op initiatief van WNF, afgesproken om het aantal in het wild levende tijgers in 2022 te hebben verdubbeld. Volgens de schattingen uit 2010 zouden er wereldwijd nog maar ongeveer 3200 dieren in het wild leven.

Volgens WNF kunnen de tijgerlanden hun ambitieuze doel van verdubbeling in 2022 halen, maar dan moet er echt snel een tandje bij. Het is essentieel dat de illegale handel een halt wordt toegeroepen.

Persbericht Wereld Natuur Fonds (WNF)