Compassion in World Farming (CIWF) waarschuwt voor méér uitbraken van hoogpathogene vogelgriep. Het massaal aanwijzen van wilde vogels als zondebok, leidt immers de aandacht af van de intensieve veehouderij, die zelf een belangrijke bijdrage levert aan het probleem.

zondebok
Wilde eend | Yves Adams, Vilda natuurfotografen

Deze week waarschuwde de International Poultry Council dat beperkingen van het transport van broedvogels de voedselproductie voor ‘maanden of zelfs jaren’ zou kunnen verstoren. Geert Laugs, directeur van CIWF Nederland reageert hierop:

“De geschiedenis leert dat de verspreiding van het vogelgriepvirus nauw verband houdt met transportroutes van pluimvee en daarom is het verstandig alle mogelijke voorzorgsmaatregelen te treffen en deze niet te snel op te heffen.”

In Nederland wordt de aandacht onevenredig gericht op wilde vogels als mogelijke veroorzakers van de besmetting met vogelgriep. Sommigen eisen zelfs dat ook kippen met uitloop grote delen van het jaar binnen gehouden moeten worden en wijzen daarmee wilde vogels aan als zondebok.

Geert Laugs:

“Alle besmettingen in Nederland vonden plaats in intensieve bedrijven, waar de kippen altijd binnen zitten. Het virus is gevonden bij slechts twee smienten, in de buurt van de besmette bedrijven. Is het dan niet meer waarschijnlijk dat het virus juist vanuit een besmet bedrijf in de natuur terecht gekomen is? Intensieve pluimveebedrijven zijn geen hermetisch gesloten systemen waar niets in, en niets uit, kan. De afvoer, en het uitrijden van kippenmest, is slechts een voorbeeld hiervan.”

Terwijl de oorsprong van het virus nog niet is aangetoond is wel bekend dat de intensieve pluimveehouderij ideale omstandigheden verschaft voor een snelle verspreiding van het virus dat zich in de volle stallen ook makkelijk kan ontwikkelen tot een voor mensen gevaarlijke variant.

Een verklaring van de Wetenschappelijke Task Force voor Vogelgriep en Wilde Vogels, waarvan o.a. Bird Life International en de VN voedselorganisatie FAO deel uitmaken, laat aan duidelijkheid niets te wensen over: “Uitbraken van hoogpathogene vogelgriep houden meestal verband met intensie pluimveehouderij en de daarmee samenhangende handel en verkoop systemen”.

Ook waarschuwt de Taskforce voor het uitsluiten van andere mogelijke oorzaken van de vogelgriepuitbraak. Dit kan leiden tot een ineffectieve bestrijding van de ziekte en een verdere verspreiding van het virus. Geert Laugs:

“Het gevaar is reëel dat te veel aandacht voor wilde vogels als mogelijke verspreiders van de ziekte de aandacht afleidt van de risico’s van de intensieve veehouderij en dat we daardoor een belangrijke kans missen om de verspreiding van het virus te stoppen.”

Persbericht Compassion in World Farming (CIWF)