2014 is een goed jaar geworden voor broedende rotganzen in Noord-Siberië. In de overwinteringsgebieden, zoals Nederland, wordt elk jaar reikhalzend uitgezien hoeveel jongen meekomen met hun ouders vanuit het noorden van Rusland. De ganzen profiteerden van de lemmingenpiek op het schiereiland Taymir.

rotganzen
Rotgans | © Yves Adams, Vilda natuurfotografen

Steekproeftellingen leverden jongenpercentages op tussen 25 en 35 procent. Voor de rotgans is dit percentage behoorlijk hoog. Sommige ouders namen wel vijf jongen mee uit het hoge noorden. In oktober komen de rotganzen aan in hun overwinteringsgebieden, zoals de Waddenzee.

Het broedsucces van deze ganzensoort hangt nauw samen met de cyclus van lemmingen. Eenmaal in de drie jaar hebben lemmingen een piekjaar, een jaar met veel jongen. Poolvossen, sneeuwuilen en andere roofdieren reageren op zo’n piekjaar door zelf ook te gaan broeden of zogen. De dieren zijn dan zo druk bezig met het verdedigen van hun territorium dat zij de broedende rotganzen met rust laten. Volgens Bart Ebbinge, een expert op het gebied van rotganzen, hebben de jaren 1994 tot 2005 geen lemmingenpiek gekend en nam het aantal rotganzen ieder jaar af: waarschijnlijk als gevolg van klimaatverandering. Gelukkig kenden de jaren 2005, 2008 en 2011 weer normale piekjaren. Ook 2014 was een goed lemmingenjaar.

Wie de rotganzen wil waarnemen kan het best naar de Waddenzee of de Zeeuwse kust gaan. Daar zijn nu duizenden rotganzen te zien.

Bron: Natuurbericht.nl ©PiepVandaag.nl Walter Eijndhoven