In 2020 publiceerden we op Animals Today dat grote winkelketens zoals H&M group en Esprit, aangesloten bij Textile Exchange, geleidelijk alpacawol uit de collecties zou laten verdwijnen. Aanleiding voor dit besluit was de grote verontwaardiging die was ontstaan nadat PETA beelden naar buiten had gebracht van ernstige dierenmishandeling in de alpacawolhandel. Onlangs kreeg de redactie echter een melding binnen dat er in de winkels van H&M volop kleding met alpacawol te vinden is. We besloten om opheldering te vragen bij de Sustainability Specialist van H&M Nederland.
De Sustainability Specialist van H&M Nederland liet ons het volgende weten:
“Dierenwelzijn is belangrijk voor H&M Group, dieren mogen niet lijden bij het maken van onze producten. Ons doel is om in 2025 al onze materialen van dierlijke oorsprong te betrekken van bedrijven die gecertificeerd zijn op het gebied van dierenwelzijn. Daarom heeft H&M ervoor gekozen om samen met Textile Exchange te werken aan een ‘Responsible Alpaca Standard’.”
Deze certificering zou de koper voortaan moeten geruststellen. Maar hoe betrouwbaar is deze certificering?
Martelpraktijken voor alpacawol
Uit een undercoveronderzoek van dierenwelzijnsorganisatie PETA International in 2020 is gebleken dat er sprake was van ernstige dierenmishandeling op Peruviaanse alpacaboerderijen. De dieren werden met grof geweld vastgebonden, bij de staart gegrepen en tegen de betonnen vloer gegooid. Naar aanleiding van het beeldmateriaal van PETA, kondigden verschillende grote winkelketens aan producten waarin alpacawol was verwerkt uit hun collecties te verwijderen. Winkelketens zoals H&M en Esprit besloten om met Textile Exchange te werken aan een certificering voor verantwoord verkregen alpacawol.
Certificering alpacawol
De certificering ‘Responsible Alpaca Standard’ (RAS) zou de consument de garantie moeten geven dat de wol afkomstig is van boerderijen waar alpaca´s met de uiterste zorg worden behandeld. Op de website van Textile Exchange is te lezen dat het een internationale, vrijwillige norm is, die zich richt op dierenwelzijn in de keten van alpacawol, van gecertificeerde boerderijen tot aan het eindproduct. Alpacaboerderijen worden gecertificeerd door onafhankelijke externe instanties door jaarlijks controles uit te voeren.
De doelstellingen van de Responsible Alpaca Standard zijn onder andere:
- De garantie dat de alpacawol afkomstig is van boerderijen met een vooruitstrevende benadering van het beheer van hun land, en van alpaca’s die op verantwoorde wijze zijn behandeld.
- Een kwaliteitsbewaking creëren waardoor verbeteringen in dierenwelzijn, landbeheer en waar nodig maatschappelijke welvaart gestimuleerd zal worden.
- Zorgen voor een krachtige keten van verantwoording van boerderij tot eindproduct, zodat consumenten erop kunnen vertrouwen dat de alpacavezels in de producten die zij kiezen echt RAS zijn.
Greenwashing
Onder het mom van dierenwelzijn, liggen er nu opnieuw producten in de grote winkelketens waarin zogenaamd verantwoord alpacawol is verwerkt met de RAS-certificering. Maar de authenticiteit van de RAS-certificering is zeer omstreden. PETA heeft onlangs wederom een onderzoek ingesteld naar de RAS en de toepassing van deze standaard.
Hieruit bleek dat de boerderijen slechts één keer per jaar worden gecontroleerd, waarbij dit ook nog van tevoren wordt aangekondigd. Zelfs bij “hoog risico boerderijen” wordt de controle nog 48 uur van tevoren aangekondigd. Indien een bedrijf meerdere alpaca-farms beheert, wordt slechts 10 procent van deze boerderijen gecontroleerd. Bij de overige 90 procent gebeurt de controle intern.
De aanvrager van het certificaat mag zelf iemand aanstellen om de controle uit te voeren. De slager die zijn eigen vlees keurt dus. Daar het controlebezoek niet onverwachts wordt uitgevoerd, ziet een inspecteur alleen wat de alpacaboer wil laten zien. Hierdoor is het onmogelijk een volledig beeld van het dierenwelzijn op RAS-boerderijen te verkrijgen.
Dierenleed
Het RAS-certificaat van Textile Exchange zou het welzijn van alpaca´s garanderen. Toch staat deze certificering nog steeds groot dierenleed in de alpacawolindustrie toe. Zo mogen alpaca’s nog steeds onverdoofd gecastreerd worden. De reden hiervoor zou zijn dat er geen geregistreerde verdovingsmiddelen specifiek voor alpaca´s bestaan. Ook tatoeëren gaat om deze reden zonder verdoving. Daarnaast is het nog altijd toegestaan om inkepingen in de oren te maken, waarbij tot wel 10 procent van het oor wordt verwijderd. Ook het scheren blijkt als vanouds hardhandig tot verwondingen aan toe te worden uitgevoerd. De werknemer mag bij een verwonding door het scheren zelf beoordelen of het nodig is te stoppen met scheren. Pijnbestrijding is alleen vereist wanneer deze voorhanden is. Dit betekent dat een verwonde alpaca een tijdlang zonder pijnbestrijding in bedwang kan worden gehouden. PETA:
“In de gebruikershandleiding van de RAS staat zelfs een sjabloon om de onvermijdelijke ernstige snijwonden vast te leggen, waaronder open wonden die groter zijn dan 10 cm of op een diepte die de spierlaag bereikt, het verwijderen van spenen bij ooien, schade aan de voorhuid, en het verwijderen van de punt van de vulva.”
Textile Exchange erkent dat alpaca´s spartelen en overgeven tijdens het scheren. Daarom moeten de dieren volgens voorschrift in bedwang worden gehouden in een positie waarin zij hun braaksel niet weer kunnen inslikken. Als kers op de taart vereist de RAS-standaard geen enkele certificering voor het transport van en naar externe slachthuizen. Hierdoor kan Textile Exchange ook hier geen enkele garantie op dierenwelzijn geven.
Hoewel alpacawol een geliefd materiaal is, blijkt dat het welzijn van de dieren niet altijd met een certificaat gegarandeerd kan worden. Zoals de Sustainability Specialist van H&M Nederland al zei:
“Dieren mogen niet lijden bij het maken van onze producten.”
Dit RAS-certificaat lijkt echter meer bedacht om de consument een goed gevoel te geven over hun aankoop dan dat het daadwerkelijk de alpaca’s beschermt. Kortom: een rookgordijn van alpacagaren.
Bron:
- PETA
- Textile Exchange
©AnimalsToday.nl Jennie Cools