Er zijn nieuwe gemeenschappen van kustdiertjes ontdekt op het plastic afval van de ‘Great Pacific Garbage Patch’. De dierengemeenschappen, van onder andere kleine krabben en anemonen, leven en planten zich voort op het drijvende plastic in de oceaan. Deze dieren bevinden zich op veel grotere afstand van het vastenland dan waar ze normaal gesproken te vinden zijn.
De verzameling van afval, de ‘Great Pacific Garbage Patch’, bevindt zich in het noordelijke deel van de Stille Oceaan. De afvalhoop is jaren geleden ontstaan en bestaat voornamelijk uit afval van de visindustrie en afval afkomstig van de Japanse tsunami uit 2011. Daarnaast ontstaat er door de ophoping een draaikolk die de afvalhoop bij zich houdt, wat leidt tot een zogeheten vuilnisvortex. Momenteel vormt het de grootste ophoping van plastic ter wereld. Een groot deel van het afval, zo’n zeventig procent, zinkt naar de bodem van de oceaan. Onderzoekers beweren dat de zeebodem onder de vuilniscortex hierdoor ook is vervuild.
Overleving ongewervelde organismen
Verschillende soorten ongewervelde organismen hebben het leven op het plastic overleefd, zo blijkt uit een nieuwe studie van Nature Ecology & Evolution. Dergelijke gemeenschappen zijn in staat zich op het plastic voort te planten. Dit opent de mogelijkheid voor de vorming van nieuwe drijvende ecosystemen waarin soorten kunnen overleven die doorgaans niet gedijen in open oceaanomgevingen.
Groot percentage diversiteit
Een aanzienlijk deel van de diversiteit die tijdens het onderzoek werd gevonden, bestond uit soorten die normaal gesproken langs de kust leven. Tijdens een onderzoek naar dit fenomeen verwacht je voornamelijk de inheemse open-oceaansoorten, en niet de kustsoorten die zijn ontdekt. Het feit dat zowel kustsoorten als open-oceaansoorten aanwezig zijn op het plastic, kan volgens de onderzoekers leiden tot onderlinge concurrentie om voedsel en ruimte.
Gevolgen voor dieren en klimaat
Tot slot, afvalhopen blijven nadelige gevolgen veroorzaken voor het klimaat en de dieren. De natuurlijke zeeomgevingen kunnen namelijk door het afval worden aangetast. Dit kan schadelijk zijn voor het zeeleven. Onechte karetschildpadden nemen regelmatig plastic zakken aan voor kwallen, hun favoriete voedsel en Albatrossen nemen plastic harskorrels aan voor vis eieren. Dit voeren ze vervolgens aan hun kuikens, waardoor ze sneller sterven ten gevolge van beschadigde organen of verhongering.
Bovendien kan het ecosysteem worden aangetast door de opkomst van nieuwe gemeenschappen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als grotere predatoren zoals vogels en zeezoogdieren zich gaan richten op de drijvende afvalhopen vol met voedsel.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Joëlle Schelvis