Voor iedereen die dolfijnen een warm hart toedraagt is 1 september ieder jaar opnieuw een zwarte dag. Dat is namelijk de datum waarop in Taiji, Japan, het zes maanden durende drijfjachtseizoen voor dolfijnen wordt geopend.

Tuimelaars gevangen in netten
Tuimelaars gevangen in netten

Gedreven door de winst die valt te behalen uit de wereldwijde handel in dolfijnen, varen iedere dag, bij het eerste daglicht, wanneer het weer dat toelaat, 12 dieselvoortgestuwde vissersschepen uit opzoek naar groepen dolfijnen die voor de kust langstrekken.

Wanneer een groep gevonden is, worden de dieren door de 12 schepen omsingeld en met behulp van het motor- en schroefgeluid richting de haven van Taiji gedreven. Nog meer herrie wordt gecreëerd door het slaan met een hamer op een metalen pijp naast de stuurhut die buiten boord, onder water in een trechter uitmondt.

Hele families dolfijnen worden zo door een muur van lawaai in paniek voor de schepen uitgedreven. Bij de haven ingang wordt een scherpe bocht naar rechts gemaakt, waarna er door de lokale geografie voor de dolfijnen geen ontsnappen meer mogelijk is. De drijfjacht eindigt in een natuurlijke baai die berucht is geworden als de ‘Cove’.

In het ondiepe water komen de dolfijnenjagers van de schepen samen met de dolfijnentrainers van de drie dolfinaria die Taiji rijk is om de dieren van de juiste leeftijd en met de juiste schoonheid te selecteren voor een levenslange gevangenschap in een betonnen badkuip, ergens op de wereld, om onwetende of ongeïnteresseerde toeristen te vermaken met circustrucjes in ruil voor dode vis.

De dieren die niet aan de criteria voldoen, worden vervolgens afgeslacht, naar het slachthuis in de haven gesleept, in stukken gehakt, geveild door de vissers’ unie en vervolgens naar de kleine verwerkingsfabriekjes in het dorp getransporteerd waar de blubber wordt gefrituurd en het vlees in filet stukken wordt gesneden. Klanten kopen hier direct aan de deur, maar een gedeelte van het vlees en de blubber eindigt in de koelvakken van supermarkten in de omgeving.

De uiteindelijke slachting vond vroeger plaats door de dieren te harpoeneren met een in de hand gehouden speer, maar sinds de beelden van deze orgie van geweld en lijden de wereld rond zijn gegaan dankzij de documentaire ‘The Cove‘, zijn de moordenaars opzoek gegaan naar nieuwe methoden, niet uit welzijnsoverwegingen, maar om de slachting minder bloederig te maken.

Tegenwoordig worden de dolfijnen afgemaakt door een metalen pen in de nek te drijven. Het ontstane gat wordt vervolgens gedicht met een houten plug om te voorkomen dat het bloed de baai rood kleurt. Van af het begin hebben de activisten die het nieuws van de slachtingen aan de wereld doorgeven, geconstateerd dat bij deze methode de dieren vaak niet direct sterven, maar verdrinken terwijl ze aan hun staart naar het slachthuis worden gesleept. Het is schokkend om te zien hoe een zwaar gewonde dolfijn met zijn staart in een lus, voortgetrokken langszij een motorboot, worstelt om boven te komen voor een laatste ademteug.

Op 1 september, hun eerste dag, lieten de jagers er geen gras over groeien. Een groep van 60 tot 70 tuimelaars werd de baai ingedreven. De baai werd vervolgens afgesloten met een net en de doodsbange dieren werden daar zonder voedsel vastgehouden tijdens de nacht. De volgende ochtend werden 16 dieren geselecteerd voor een leven van slavernij, waarna de rest werd teruggedreven naar zee.

Dolfijnen die geselecteerd zijn worden opgesloten in drijvende kooien van netten in de haven van Taiji. Op 4 september werden zes van deze dolfijnen met een kraan in de betonnen, met chloor-water gevulde, bakken van het Dolphin Resort Hotel getakeld.

6 september werd opnieuw een groep van 50 tot 60 tuimelaars de ‘Cove’ ingedreven na een slopende, zeven uur durende jacht. Het zelfde scenario ontvouwde zich: de dieren werden gedurende de nacht aan hun lot overgelaten, waarna in de ochtend de selectie plaatsvond. Dertien dieren verloren deze keer hun vrijheid.

Opnieuw werden de ongewenste dieren teruggedreven naar zee. Deze dag viel echter het eerste slachtoffer: een jonge tuimelaar werd, verborgen onder dekkleden, naar het slachthuis gebracht.

Het was belangrijk voor de moordenaars om dit kadaver te verbergen omdat ze in de maand september werken onder de ethische code van WAZA, de wereldwijde overkoepelende organisatie van dierentuinen en aquaria. Dat is ook de reden voor het terug naar zee drijven van de dolfijnen die niet geschikt worden geacht voor gevangenschap: WAZA biedt zijn leden op deze manier de hypocriete uitweg om dolfijnen uit Taiji te nemen zonder direct aan de slachting verbonden te zijn.

De 16e werden vijf tuimelaars in vrachtwagens geladen en naar de vrachtterminal van het Kansai vliegveld bij Osaka getransporteerd. De dieren zijn hoogstwaarschijnlijk het land uitgevlogen, mogelijk op een Emirates Airlines vlucht naar Dubai, maar dat wordt nog onderzocht.

Taiji

Taiji

Taiji

Iedere dag dat er iets te melden valt vanuit Taiji is dit te volgen via Twitter (@CoveGuardians), live-stream, Facebook en de Sea Shepherd Conservation Society webpagina.

Wanneer je als vrijwilliger voor Sea Shepherd naar Taiji wil, stuur dan een mailtje naar coveguardian@seashepherd.org.

Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.

©PiepVandaag.nl