Het aantal soorten planten en dieren dat te lijden heeft onder de klimaatverandering is veel groter dan tot nu toe gedacht. Dit blijkt uit een studie van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) naar de kwetsbaarheid van amfibieën, vogels en koralen voor klimaatverandering.
83 procent van de vogels, 66 procent van de amfibieën en 70 procent van de koralen die volgens het onderzoek een hoog risico lopen stonden tot nu toe nog niet bekend als bedreigde soort.
“Op dit moment krijgen zij dan ook niet de bescherming die ze nodig hebben om uitsterving te voorkomen”, zegt Wendy Foden van IUCN, die het onderzoek leidde. “Om goed te kunnen beoordelen welke soorten de meeste behoefte hebben aan bescherming moet klimaatverandering worden meegenomen in de beoordeling van risico’s voor uitsterving.”
De onderzoekers hanteerden voor het onderzoek een nieuwe aanpak: in plaats van te kijken in welke mate soorten worden blootgesteld aan klimaatverandering, hebben Foden en collega’s onderzocht welke specifieke eigenschappen ervoor zorgen dat een soort meer of minder gevoelig is voor klimaatverandering. Koraal is bijvoorbeeld erg gevoelig voor de juiste temperatuur. Door klimaatverandering warmt het zeewater op en dat leidt tot afsterving van het koraal.
“Nu we deze zwakke plekken kennen, kunnen we veel gerichtere bescherming bieden”, zegt co-auteur Jean Christophe Vié van IUCN.
De studie laat ook zien welke gebieden extra aandacht verdienen. In het Amazonegebied leven de meeste klimaatgevoelige vogels en amfibieën. De Koraaldriehoek, de tropische zee rond de Filipijnen en Indonesië, bevat de hoogste concentratie kwetsbare koraalsoorten.
In de Albertine riftvallei in Oost-Afrika stelden onderzoekers vast dat ook soorten die belangrijk zijn voor de lokale bevolking gevaar lopen. Het gaat bijvoorbeeld om vissoorten die veel gegeten worden of bomen die gebruikt worden als bouwmateriaal.
Persbericht IUCN.nl