Stadsmerels worden ouder dan merels die in het bos leven, maar ze zijn minder gezond. Dat blijkt uit een studie door biologen verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zij onderzochten veren en DNA van merels in en rondom vijf Europese steden.
Merels zijn van oorsprong bosvogels, maar in iedere stadstuin komen we ze tegen. Ze hebben zich prima aangepast aan de stedelijke omgeving en zijn eraan gewend om in de nabijheid van mensen te leven. Van stadsvogels is algemeen bekend dat zij zich op verschillende manieren aanpassen. Zo fluiten sommige vogels in stedelijke gebieden of bij snelwegen aanzienlijk harder, om maar boven het rumoerige verkeer uit te komen.
Veren en DNA
Juist omdat merels zowel in het bos als de stad leven kozen de biologen van de RUG deze soort om de verschillen tussen beide varianten te onderzoeken. Bij merels uit de steden Granada, Sevilla, Madrid, Dijon en Turku werd bloed afgenomen en hetzelfde gebeurde bij merels die op zo’n 30 kilometer van de stad in de natuur woonden. Daarna is in Groningen het DNA tussen stads- en bosmerels vergeleken. Bij dezelfde merels zijn ook de veren onderzocht, omdat die een indicatie geven van de leeftijd. Bioloog Juan Diego Ibáñez-Álamo, een van de onderzoekers:
“Door het rui-patroon is het mogelijk vogels van een jaar te onderscheiden van oudere vogels. Op die manier konden we het percentage oudere vogels in de populatie schatten.”
Telomeren
Uit het verenonderzoek bleek dat er in de stad meer oudere merels waren dan in het bos. Maar het DNA-onderzoek gaf aan dat de stadsmerels minder gezond zijn. Dit is aan te tonen aan de hand van zogeheten ‘telomeren’; DNA-structuren die de uiteinden van een chromosoom beschermen tegen beschadiging door ouderdom, stress en andere invloeden van buitenaf, zoals vervuiling. Telomeren worden door de tijd heen korter en allerlei factoren kunnen dat proces versnellen. Onderzoeker Ibáñez-Álamo:
“Er zijn veel verschillende manieren om de gezondheid van vogels te bepalen, bijvoorbeeld via de aanwezigheid van parasieten of de werking van het afweersysteem. Maar die kunnen in de tijd sterk variëren.”
Bij stads- en bosmerels van dezelfde leeftijd bleken de stedelingen kortere telomeren te hebben. Stadsmerels zijn dus minder gezond dan hun soortgenoten in het bos, maar omdat er in de steden meer voedselaanbod is en minder roofdieren worden ze toch ouder. Althans, dat wordt aangenomen. Nader onderzoek zal moeten aantonen of de telomeren gedurende het hele leven van de merel korter worden of wellicht alleen vlak nadat ze uit het ei kruipen, bijvoorbeeld door luchtvervuiling. Ook zal onderzocht moeten worden of er misschien door de tijd heen een genetisch verschil is ontstaan tussen bos- en stadsmerels, waarbij de stadse variant inmiddels standaard kortere telomeren heeft. En een laatste optie is dat merels met korte telomeren zelf de neiging hebben om stedelijke gebieden op te zoeken, ook als ze in het bos geboren zijn.
Gemiddeld leeft een merel 1 tot 5 jaar, maar de oudst bekende merel was bijna 22 jaar.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Bart van Riel
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?