Onlangs kwam ik het volgende tegen op de website van LTO Noord: Het accent van de dierenarts ligt al lang niet meer op zieke dieren. Preventieve diergezondheid staat voorop. Zo ook bij het project ‘Gezonde Partners’. In dit concept zijn boer en dierenarts samen verantwoordelijk voor het realiseren van diergezondheidsdoelen. ‘De kern van het project is dat boer en dierenarts een niet-vrijblijvende samenwerking aangaan waarin doelen, verantwoordelijkheden en belangen worden gedeeld’, vertelt Carel de Vries, manager van Courage. ‘Beiden gaan meer verdienen naarmate de afgesproken diergezondheidsdoelen worden gehaald. Boer en dierenarts worden op een nieuwe manier partners.’

preventieve diergezondheid
Preventieve diergezondheid staat voorop | Foto: publiek domein

Toen ik het bovenstaande las dacht ik meteen: dat is vreemd. Hoezo is dit nu opeens nieuws?

Een dierenarts heeft namelijk op grond van de wet de verplichting om de zorg te bieden die het dier nodig heeft. Sterker nog, de dierenarts heeft volgens het (wettelijk vastgelegde) tuchtrecht zelfs de plicht om het belang van het dier voorop te stellen en niet de economische belangen van de houder.

In normaal Nederlands: Het doel van elke dierenarts moet zijn om het dier dat aan zijn zorgen is toevertrouwd weer beter te maken, en dus gezond te krijgen. Dat is (of zou moeten zijn) het doel van elke dierenarts.

Daarnaast is elke houder, dus ook de veehouder, wettelijk verplicht (de 5 vrijheden van Brambell, weet je nog) de zorg te bieden die het dier nodig heeft. Dus ook het doel van de veehouder is (of zou moeten zijn) gezonde dieren te hebben. Of als ze ziek zijn weer gezond te krijgen.

Dus zowel de dierenarts als de veehouder zijn beiden vanuit hun eigen rol altijd al samen verantwoordelijk voor de zorg van het gehouden dier, en beiden zouden altijd al het doel voor ogen moeten hebben gehad het dier gezond te krijgen en te houden.

Waarom zou dat dan nu opeens nieuws zijn?

preventieve diergezondheid
Preventieve diergezondheid: hoe hoger de status des te meer geld er verdiend wordt | Foto: publiek domein

Het addertje zit hem in het woord diergezondheid. Hiermee wordt niet bedoeld de gezondheid van het individuele dier maar de gezondheidsstatus van het bedrijf. En hoe hoger deze status des te meer geld er verdiend wordt door boer en dierenarts.

Is dat dan zo erg zal je je zich afvragen? Ja en nee.

Nee, als daarbij het doel is om van elk individueel dier de gezondheid op een zodanig peil te krijgen dat het dier daarmee de status bereikt die het als positief ervaart en waarin het dier de vrijheid heeft om normale soortspecifieke gedragspatronen te vertonen.

Maar helaas, zoals we al wel gewend zijn, is dat nu net niet de bedoeling. De bedoeling is om zo min mogelijk gezondheidsproblemen op het bedrijf te signaleren, want alleen dan kan het doel bereikt worden. Dit is heel iets anders dan het streven naar het verbeteren van de gezondheid van het individuele dier. Sterker: het kan er juist voor zorgen dat het individuele dier slechter af is. Op het moment dat een dier een probleem heeft en dit probleem het afgesproken doel in gevaar brengt, kan het zomaar voorkomen dat besloten wordt om het gewoon niet te behandelen en te laten creperen, of een dier vervroegd af te maken. Ook kan het voorkomen dat, langer dan nu, gewacht worden met behandelen. Elke behandeling zal ergens genoteerd dienen te worden en levert daarmee automatisch een smet op. Dit terwijl de dierenarts er specifiek voor de dieren is en juist is opgeleid om dieren beter te maken.

preventieve diergezondheid
Preventieve diergezondheid, slechte wijn in mooie verpakking | Foto: publiek domein

Deze incentive (verdienen aan niet behandelen) levert aan de andere kant ook problemen op bij die bedrijven met gezondheidsproblemen. Het zijn juist deze bedrijven waar diergeneeskundige hulp hard nodig is en het zijn dan ook deze bedrijven waar deze inzet van de dierenarts dus eigenlijk wordt afgestraft met minder verdiensten. Hoe krom wil je het hebben.

Het is weer het zoveelste voorbeeld van slechte wijn in een mooie verpakking. Wanneer houdt deze sector nu eens op met alle energie te richten op uiterlijk vertoon, de consument zand in de ogen strooien en alleen maar meer en meer rendement willen behalen. Wanneer krijgt de sector eindelijk eens oog voor het individuele dier, dat toch echt exact dezelfde emoties ervaart als zijn houder, zoals stress, pijn en eenzaamheid.

Het zou de sector sieren hun dieren te waarderen voor hun inzet. Het zijn tenslotte deze dieren die ervoor zorgen dat veehouders elke dag eten en drinken hebben, een gezin kunnen onderhouden en kunnen genieten van het leven. Het minste wat hier tegenover zou moeten staan is toch wel zorgdragen dat hun dieren ook kunnen genieten van hun toch al erg korte leven.

preventieve diergezondheid
Het zou de sector sieren dieren te waarderen voor hun inzet | Foto: publiek domein

©AnimalsToday.nl Karen Soeters