Op 16 juni, de tweede dag van de grindadráp van dit jaar, vond een massaslachting plaats op de Faerøer Eilanden. Een groep van 164 grienden werd in 20 minuten tijd gedood bij Nólsoy. Naderhand doodden de vissers nog eens 8 witflankdolfijnen in de baai van Skálafjørður.

griendenslachtingen
Grienden bij de Faeröer Eilanden |©Erwin Vermeulen

Op 16 juni, rond kwart voor één ’s middags, werd een groep grienden ontdekt ten oosten van Nólsoy, een eiland vlak voor de kust van de hoofdstad van de Faerøer Eilanden, Tórshavn. Het enige dorp op het eiland – ook Nólsoy genaamd – is in 20 minuten met de ferry vanaf de hoofdstad te bereiken. De constructie van de haven voor de ferry en kleine bootjes is de reden dat er sinds de jaren 60 geen grienden meer zijn gedood op Nólsoy zelf.

Grienden gestrand en gedood
Dat hield op de zestiende in dat, toen er eenmaal voldoende bootjes aanwezig waren, de gevonden grienden in één uur en 45 minuten naar de hoofdstad werden gedreven. De laatste keer dat hier een slachtingplaats vond is bijna twee jaar geleden. De dieren werden rond 14:30 u gedwongen tot stranding op Sandagerði, het enige overgebleven zandstrand in de alsmaar uitdijende stad. De eigenlijke slachting nam nog eens 20 minuten in beslag. Vele mensen waren uitgelopen om het bloedbad te zien, inclusief toeristen.

Een vaak gebruikte verdediging van de grind is het argument dat de traditionele verdeling van gratis vlees en blubber onder de bevolking bijdraagt aan de gemeenschapszin. Met een eilandbevolking die sinds kort de magische grens van 50.000 is gepasseerd, zijn er echter zelden voldoende dode wlvisachtigen om onder de inwoners te verdelen. Steeds vaker, en zo ook op de zestiende, wordt de buit verdeeld onder een relatief klein groepje fanatieke jagers.

walvisachtigen
Nolsoy | Foto: Erwin Vermeulen

Het bloedbad voortgezet met een aantal witflankdolfijnen
Op de terugweg van de slachting in Sandagerði, kwam een van de bootjes een familiegroep van acht witflankdolfijnen tegen. Naast een lange historie van het afmaken van grienden staan ook andere dolfijnen op het menu in de Faerøer. Tuimelaars, bruinvissen en dus ook witflankdolfijnen, kunnen worden gedood. De dolfijnen werden naar Skálafjørður gedreven, een diepe baai met een lange grindgeschiedenis. De laatste keer echter dat er hier grienden werden gedood was in 1938. Sinds vorig jaar echter staat Skálafjørður opnieuw op de lijst van geautoriseerde slachtstranden en dit was de eerste maal dat hiervan gebruikgemaakt werd.

walvisachtigen
Tórshavn, waar vele walvisachtigen zijn afgeslacht | © Erwin Vermeulen

Ook hier liep de bevolking uit want de grind is zeker zo ‘interessant’ voor de toeschouwers als voor deelnemers. Het vloeien van onschuldig bloed fascineert blijkbaar.

Erwin Vermeulen is fotograaf, hoofd werktuigkundige bij Sea Shepherd en werkzaam bij opvangcentrum Wildlife Waystation. Hij woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een éénogige kat, een kat met één nier, een gepensioneerde speurhond en twee dove en blinde honden. Hij schrijft regelmatig over de griendenslachting op de Faeröer Eilanden en de dolfijnenslachting bij Taiji: lees zijn laatste verslag over hier.