Aan de oproep van onder meer de Zoogdiervereniging, Natuurpunt en de Jaarrond Tuintelling om afgelopen weekend mollen(sporen) te tellen is massaal gehoor gegeven: meer dan 50.000 molshopen zijn gemeld. De mol stond flink in de belangstelling en de hoop bestaat dat veel mensen iets meer geleerd hebben over dit ondergrondse zoogdier.
De meest voorkomende sporen zijn natuurlijk molshopen. Deze vallen vaak goed op in weilanden, parken en tuinen, maar ze kunnen ook verscholen zijn in het bos. In alle provincies zijn waarnemingen van mollen(sporen) doorgegeven. Op de Waddeneilanden zijn geen molshopen gemeld. Ondanks dat mollen goed kunnen zwemmen, lijken ze deze eilanden (nog) niet te hebben bereikt. In totaal zijn meer dan 5000 waarnemingen ingevoerd, dat zijn er ongeveer 1500 meer dan vorig jaar bij de eerste editie van de mollentelling.
Jaarrond Tuintelling
Dit jaar konden mollen(sporen) in de tuin ook doorgegeven worden via de Jaarrond Tuintelling. 185 mensen hebben via dit platform meegedaan, waarbij er meer dan 6000 molshopen geteld zijn. In iets minder dan 100 tuinen is er wel gezocht, maar zijn er geen mollensporen gevonden. In de provincie Gelderland deden de meeste tuintellers mee en in Overijssel de minste.
50.000 molshopen, hoeveel mollen?
Hoeveel mollen dit weekend geteld zijn is niet te achterhalen. Een mol kan tientallen molshopen maken, dit aantal hangt sterk af van de hoeveelheid voedsel in de bodem en weersomstandigheden. Mollen leven bijna hun hele leven alleen en verdedigen hun territorium fel tegen andere mollen. Enkel tijdens de paartijd (februari-april) zoeken de mannen de vrouwen op. Ze verlaten hun territorium en graven lange mollenritten, totdat ze een territorium van een vrouwtje hebben gevonden.
Ondanks dat de mollen(sporen)telling afgelopen is, kun je ook nu het hele jaar door waarnemingen van mollen(sporen) blijven doorgeven.
.
- Lees ook:
Waar is de mol? Landelijke mollen(sporen)telling op 8 en 9 februari
.
Bron:
- Persbericht De Zoogdiervereniging