Een man uit Dordrecht heeft een taakstraf van vijftig uur gekregen omdat hij zijn hond zo lang geen eten en drinken gegeven dat het dier is overleden. Toen agenten de pitbull vonden was het dier al aan de gevolgen van deze ernstige verwaarlozing overleden. De politie probeert via justitie een houdverbod op te leggen. Veel mensen reageren op sociale media dat zij de straf veel te laag vinden.
In het nieuws doen vaker verhalen de ronde dat dierenmishandelaars en-verwaarlozers vaak niet of veel te laag worden gestraft. Eerder publiceerde Animals Today en eigen onderzoek naar de straffen die er gelden en hoe wordt er in Nederland gestraft als particulieren hun dieren of die van een ander mishandelen of verwaarlozen?
Wettelijk kader
Sinds 1 januari 2013 is de Wet dieren (WD) in fases in werking getreden. De eerste fase van de inwerkingtreding bevatte onder andere de strafbepalingen. De maximale straf die kan worden opgelegd voor dierenmishandeling (artikel 2.1 lid 1 WD) en dierenverwaarlozing (artikel 2.2 lid 8 WD) is een gevangenisstraf van drie jaar of een geldboete van € 19.500 (artikel 8.12 lid 1 WD). Daarnaast is er ook nog een bepaling in het Wetboek van Strafrecht (artikel 350 lid 2) die het opzettelijk doden, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken van een dier dat (gedeeltelijk) van een ander is strafbaar stelt. Op overtreding van dit artikel staat dezelfde straf als voor overtreding van de Wet Dieren, te weten: een gevangenisstraf van maximaal drie jaar of een geldboete van maximaal € 19.500,-.
Voor 2013 was dierenmishandeling en verwaarlozing strafbaar op grond van de wet Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren (artikel 36 lid 1 en artikel 37). De maximaal op te leggen straffen waren in de jaren voor 2013 hetzelfde als nu (artikel 122).
Richtlijn
Net als voor 2013 is er ook nu weer een richtlijn voor strafvordering dierenmishandeling en dierenverwaarlozing (hierna: richtlijn) uitgebracht. Hierin zijn richtlijnen opgenomen voor het opleggen van straffen aan degene die zich niet houden aan de Wet Dieren en artikel 350 lid 2 uit het Wetboek van Strafrecht. Wat gelijk op valt is dat deze richtlijnen uitgaan van straffen die een stuk lager liggen dan de maximale straffen. Voor licht letsel staat een taakstraf van 20 uur en voor het doden van een dier van een ander schrijft de richtlijn slechts 60 uur taakstraf voor. Voor degene die in herhaling vallen en dus al meerdere keren hetzelfde delict hebben gepleegd (recidivisten) schrijft het College van procureurs-generaal slechts een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden voor (hierbij moet de dader dus echt twee maanden de gevangenis in) voor het doden van een dier van een ander.
Houdverbod
In de richtlijn is verder opgenomen dat het uitgangspunt is dat tevens de (totale) schade wordt vergoed. Daarnaast wordt geadviseerd om het instrument van het enkele jaren geen dieren houden (houdverbod) gericht in te zitten. Op dit moment kan een houdverbod nog niet als zelfstandige straf worden opgelegd, dat wil zeggen dat het houdverbod alleen in combinatie met een voorwaardelijke straf zoals bijvoorbeeld een geldboete kan worden opgelegd. Overtreedt een veroordeelde het verbod dan moet hij alsnog de boete betalen, maar het houdverbod vervalt dan en de consequentie daarvan is dat de eigenaar het dier gewoon mag houden.
In de periode 2010 – 2014 werd er in de 2.017 dierenwelzijnszaken die voor de rechter kwamen slechts in 67 gevallen een houdverbod opgelegd. De meeste houdverboden zijn opgelegd in de arrondissementen Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. De rechter heeft het houdverbod in de hiervoor genoemde periode iets vaker opgelegd voor dierenmishandeling dan voor dierenverwaarlozing, zo blijkt uit de brief die de minister aan de Tweede Kamer schreef. De opgelegde houdverboden variëren in lengte van 3 maanden tot 3 jaar en worden vaak opgelegd bij personen die bekend zijn bij meerdere instanties en waarbij de meesten van hen vanwege meerdere problemen niet in staat zijn om voor dieren te kunnen te zorgen.
Straffen te laag
De cijfers uit de onderzoeksrapporten ‘Dierenwelzijn in het vizier’ en ‘Dieren verboden’ in combinatie met de richtlijn voor strafvordering dierenmishandeling en dierenverwaarlozing laten zien dat de straffen voor dierenmishandeling en -verwaarlozing laag zijn en dat er maar zelden door de rechter naar het zwaarste middel van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt gegrepen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
3 Comments
Comments are closed.
Echt een schande ze doen toch wat ze willen want worden echt te weinig gestraft de dieren zijn zwaarder gestraft dan de baasjes die zijn getekend voor hun leven
Bizar dat telkens weer voor het extreem wreed mishandelen en verwaarlozen van een dier of talloze dieren, soms zelfs tot de dood er op volgt, amper opgetreden wordt.
Blijkbaar telt voornamelijk de “economische waarde”, voor een appel en een ei kun je immers een nieuwe hond, kat, kip of cavia ergens vandaan halen.
Maar als een puber die wat te veel gedronken heeft met zijn maatjes in een opstandige bui een keer een spiegel van een auto beschadigt, wat ik overigens ook afkeur, dan schreeuwt iedereen het hardst over “dat tuig dat keihard aangepakt moet worden”.
50 uur taakstraf voor zware zware dierenmishandeling van zn hond hij mag nooit een dier meer hebben