Slechts 3 procent van ’s werelds landoppervlak bevindt zich nog in dezelfde ecologische staat als 500 jaar geleden. Alleen deze relatief kleine natuurgebieden, verspreid over de aarde, hebben nog de gezonde populaties van oorspronkelijke planten en dieren, zo blijkt uit recent onderzoek.
Volgens de onderzoekers is de schatting van rond de 20 tot 40 procent van onaangetast gebied waar men eerder vanuit ging incorrect, omdat deze berekening gebaseerd waren op satellietbeelden. Deze beelden laten niet in genoeg detail zien wat er werkelijk in het ecosysteem gebeurt, zoals het wegtrekken van belangrijke soorten.
Voor het onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Frontiers in Forests and Global Change, is gebruik gemaakt van kaarten van het leefgebied van 7000 soorten in het jaar 1500. Deze kaarten werd gecombineerd met de Rode Lijst van International Union for Conservation of Nature and Natural Resources (IUCN). De meeste data betrof zoogdieren, maar ook enkele vogel-, vis-, planten-, reptielen- en amfibieënsoorten werden in de studie meegenomen.
Op deze manier werden gefragmenteerde stukjes wildernis gevonden in delen van het Amazonegebied, tropische regenwouden van Congo, het oosten van Siberië, de noordelijke Canadese bossen en toendra en de Sahara, samen dus verantwoordelijk voor een schatting van 3 procent. Een groot deel van deze intacte gebieden bevonden zich in gebieden die door inheemse gemeenschappen worden beheerd. Antarctica vormde geen onderdeel van de analyse.
Volgens sommige wetenschappers wordt in deze nieuwe studie de hoeveelheid intacte gebieden onderschat, omdat we niet over goede data beschikken van 500 jaar geleden. Tegelijkertijd houden de kaarten niet genoeg rekening met de gevolgen van klimaatverandering, dat ook zorgt voor grote veranderingen in de leefgebieden van diersoorten. Helaas beschikken we nou eenmaal niet over betere kaarten. Professor Pierre Ibisch aan de University for Sustainable Development Eberswalde in Duitsland (geen onderdeel van de studie), zegt hierover:
“Versnelde klimaatverandering wordt de overkoepelende bedreiging voor het functioneren van hele ecosystemen. De intacte ecosystemen en zoogdierenpopulaties van het verleden vertellen ons weinig over het functioneren van ecosystemen in het tijdperk van wereldwijde klimaatverandering.”
De onderzoekers suggereren dat het herintroduceren van een aantal belangrijke soorten in aangetaste ecosystemen een positieve rol kan spelen bij het herstel. Zo zijn bijvoorbeeld wolven succesvol geherintroduceerd in het Yellowstone National Park in de Verenigde Staten, wat leidde tot een belangrijke veranderingen in het ecosysteem. Het Congobekken in Centraal-Afrika is bijvoorbeeld een van de gebieden waar een terugkeer van olifanten zou kunnen betekenen dat het gebied zich kan herstellen tot zijn oorspronkelijk staat. Dit zou wel samen moeten gaan met onder andere het reguleren van de jacht en ziekteverspreiding.
Over de effectiviteit van dit soort herintroducties zijn, gezien de schaal van het probleem, ook niet alle wetenschappers het eens.
Nederland scoort overigens het slechts van heel Europa als het gaat om de staat van onze beschermde habitattypen. Slechts 4 procent is hier nog gezond, wat met name het gevolg is van stikstofvervuiling, zo bleek uit eerder onderzoek.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Meia van der Zee