Boerderijdieren zijn allang niet meer alleen te vinden op het platteland. Elke dag reizen minstens 5 miljoen runderen, varkens, schapen en kippen de wereld over. In 2017 werden per vrachtwagen of schip bijna 2 miljard dieren geëxporteerd. Hun reistijden verschilden van een paar uur tot meerdere weken. En de grootste exporteur van levende landbouwdieren? Nederland.
2 miljard levende dieren wereldwijd in de export | Foto: Eyes on Animals
Vertienvoudigd
In 50 jaar tijd is de wereldwijde export van levende dieren meer dan vertienvoudigd. In 1967 werden er 130 miljoen dieren geëxporteerd. In 2017 waren dat er 1,9 miljard. Dit blijkt uit gegevens van the Guardian en de VN voedsel en Landbouw Organisatie.
Het grootste deel van de export bestaat uit kippen. In 2017 reisden 1,8 miljard levende kippen de wereld over. Nederland is verantwoordelijk voor de export van 350 miljoen kippen, waarvan een groot deel naar Duitsland. Dat betekent niet dat Nederland niet zelf ook importeert: er komen veel Duitse kippen hiernaartoe. Nederland is de grootste exporteur van vee als kippen meegerekend worden. Maar zelfs zonder miljoenen kippen staat Nederland op de tweede plek met 13 miljoen levende dieren aan export. Hiervan waren 12 miljoen varkens. Op de eerste plaats staat Denemarken met 15 miljoen, waarvan bijna alles varken is.
De enorme groei stopt niet ondanks veel technologische ontwikkelingen op het gebied van koeling. Hierdoor kan vlees vers of bevroren de wereld over.
Landbouw van nu
De moderne vleeskoe blijft allang niet meer op één plek gedurende haar leven. Vaak wordt ze op een plek geboren en vervolgens vervoerd naar een andere locatie voor het grootste deel van haar leven. Daarna gaat ze naar weer een andere plek voor de dood. Soms zit er nog een locatie tussen voor het vetmesten van de koe.
De importeurs
Het Midden-Oosten is een grote afzetmarkt. Saoedi-Arabië, Qatar en Jordanië importeerden in 2017 gezamenlijk zo’n 6,8 miljoen schapen. De Verenigde Staten zijn de grootste importeurs van vee. In 2017 waren zo’n 7 miljoen dieren geïmporteerd, voornamelijk varkens uit Canada en runderen uit Mexico. Deze getallen zijn exclusief kippen omdat dit er immens veel zijn.
De dieren
Dieren worden vaak met te veel in een te kleine ruimte gepropt. Daardoor komen veel dieren gewond of zelfs dood aan. Bij langere reizen lijden dieren aan extreme hitte. Ook krijgen ze vaak te weinig water en voedsel. Ze krijgen geen rust en staan continu onder stress. Door uitputting en uitdroging gaan vervolgens ook weer dieren dood tijdens de reis. Veel dieren komen ziek, uitgeput en in hun eigen uitwerpselen bedekt aan.
Weinig regels
Er zijn weinig regels op het gebied van dierenwelzijn wat betreft het vervoer en slachten. Als gevolg zitten dieren lang in hete vrachtwagens en zijn er op schepen vaak geen dierenartsen aanwezig. Bovendien zijn schepen vaak oud en vervallen. Zo kantelde in november een schip vlak bij de kust van Roemenië. Meer dan 14.000 schapen verdronken. In juni kwamen er negen kalveren om bij een brand tijdens de transport.
De verantwoordelijke organisatie voor het stellen van eisen voor het welzijn van dieren, de World Organisation of Animal Health (OIE), kan ze niet implementeren. Nationale overheden zijn namelijk verantwoordelijk voor het navolgen van eisen en het opleggen van straffen bij overtredingen.
Beperken
Na meerdere crises hebben Nieuw-Zeeland en Australië besloten om het vervoer van levende dieren te beperken. Sinds de metingen van de FAO is de export van Australië meer dan gehalveerd van 6,5 miljoen in 2000 naar 3 miljoen in 2017.
Europese Unie
De Europese Unie heeft regels opgezet die gelden voor het transport binnen Europese grenzen en die in principe ook daarbuiten gelden. In praktijk is dit niet naleefbaar. Ruineke Hamelaars, directeur van de lobbygroep Eurogroep voor Dieren, legt uit waarom:
“In praktijk is dit heel moeilijk omdat de EU afhankelijk is van de handel met veel verschillende landen. Bovendien is er geen enkele manier om het welzijn van de dieren te garanderen als ze eenmaal zijn gearriveerd.”
Het gaat daarnaast volgens Peter Stevenson van Compassion in World Farming (CIWF) ook om de keus:
“Er zijn internationale regels voor dierenwelzijn bij de slacht opgesteld door de World Organisation for Animal Health. We moeten dieren niet naar plekken sturen waarvan we weten dat de regels verbroken worden.”
CIWF zet zich in voor de afschaffing van verre transporten via Europese regels. Volgens Stevenson kan dit stoppen als de Europese Unie dat wil. De eerste stappen lijken hier nu voor te zijn gezet. In december rapporteerde Animals Today over het goede nieuws dat er nu genoeg Europese steun is om diertransporten aan banden te leggen. Dit is het resultaat van een spoeddebat dat plaatsvond in het Europese Parlement, geïnitieerd door de Partij voor de Dieren. Nu moet de Europese Commissie met plannen komen. Er is nog wel een lange weg te gaan. Europese landen staan namelijk bovenaan de lijst als het de export van levende dieren betreft. Zo staan Denemarken, Nederland en Spanje in de top 6.
Waarom?
Allereerst is de export voor het verwerken van vlees. Gegevens uit de VS, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk illustreren dat dieren vaak vervoerd worden voor het verwerken van vlees. Daarna worden ze weer geïmporteerd. Los van veel dierenleed zorgt dit ook voor onnodige koolstofemissies. In 2017 werden 4 miljoen kippen geëxporteerd naar Thailand. Opvallend is dat volgens cijfers van het CBS, Nederland in 2015 232,8 miljoen euro aan vlees uit Thailand importeerde. Dit vlees bestond voor het grootste deel uit kippenvlees.
Economische redenen spelen ook een grote rol. Nederland is afhankelijk van handel en exporteert daarom veel. De landbouw is allang niet meer voor Nederlandse burgers, veel wordt zelfs gemaakt voor de export. Daarnaast bestaat deze handel omdat er vraag naar is. Consumenten willen vlees en zuivel en als een land dat niet allemaal zelf kan produceren, worden er veel van geïmporteerd. Maar de Europese Unie kan hier nu echte maatregelen tegen nemen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Sophie Jongma